Het is me al opgevallen dat heel wat mensen met een (dreigende) burn-out de kwaliteit ‘verantwoordelijkheid nemen’ hoog in het vaandel dragen. Een prachtige eigenschap, maar teveel van een bepaalde kwaliteit maakt dat je meteen ook in je valkuil tuimelt.
De valkuil van verantwoordelijkheid nemen
Verantwoordelijkheid nemen gaat over het algemeen belang of het groepsbelang laten voorgaan op het eigen belang. Mensen met een groot verantwoordelijkheidsgevoel zijn vooral bezig met de doelstellingen van het bedrijf en niet zozeer met hun eigen ‘ik’. Heel begrijpelijk dat ‘verantwoordelijkheidszin’ vaak opgenomen is in de competentie-vereisten van een vacature.
Alleen, trop is teveel, want als je de organisatie te sterk laat primeren op het ‘ik’, dan ga je jezelf wegcijferen, mogelijks zelfs opofferen. Mensen raken zo gefocust op het werk, dat ze hun eigen behoeftes niet meer voelen en geen grenzen stellen: alles moet wijken voor het werk, bv. thuis uitzieken als je ziek bent kan dan niet, want het werk moét gebeuren.
Vaak zowel op fysiek, emotioneel als mentaal vlak. Maar ook voor de organisatie is het geen goede zaak. Want medewerkers verwachten in ruil van hun (vaak onbewust) offergedrag waardering van de organisatie. Alleen, die waardering kan nooit in verhouding zijn met hun inspanning (want die is ten koste van zichzelf!). Soms kan dit gedrag zich trouwens tegen de medewerker keren: soms voelt de manager zich bedreigd door zo’n verantwoordelijke en plichtsbewuste medewerker, krijgt hij de indruk dat de ander de boel wil overnemen. En dan, als donderslag bij een heldere hemel, volgt vaak ontslag. Terwijl de medewerker alleen maar het beste voor het bedrijf voor ogen had …
Hoe dan wel?
Ik gebruik graag de metafoor van een boot bij stormweer om dit principe te verduidelijken. Als een boot bij een woelige zee dreigt op hol te slaan, dan laat men het anker uit. Hetzelfde geldt voor de mens: ook wij gaan bij onrustige omstandigheden ons anker uitwerpen, op zoek naar rust. Alleen, de vraag is: waar gooi jij je anker uit? Bij jezelf? Of bij de ander, de organisatie? Wie gebruik jij als referentiepunt?
Mensen met een groot verantwoordelijkheidsgevoel hebben vaak de neiging om hun anker bij de organisatie te leggen. De oorzaak hiervan is vaak te zoeken in de kindertijd, waarbij men – door omstandigheden – (onbewust) aangeleerd heeft om de focus steeds op de omgeving te houden, waardoor het contact met zichzelf – én de eigen grenzen! – verwaterd is. Begrijpelijk ook dat als je het anker bij de ander uitgooit, het werk nooit goed genoeg kan zijn, aangezien het referentiepunt buiten jezelf ligt. Hier komt vaak ook perfectionisme om het hoekje loeren …
De uitdaging voor mensen die de neiging hebben om zich weg te cijferen in functie van de organisatie is dus: eigenliefde. Eigenliefde is jezelf belangrijk genoeg vinden om je op de eerste plaats te zetten en van daaruit grenzen aan te geven.
En hoe doe je dat? 5 tips:
Eenvoudig in theorie, maar vaak heel wat moeilijker om in praktijk te brengen. Voor mij werken deze 5 tips:
- Stel jezelf regelmatig de vraag ‘Wat heb IK NU nodig?’
Post-its op strategische plaatsen kunnen je helpen om dit ‘top of mind’ te houden. - Wees zuinig met beloftes
Ga eerst voor jezelf na of iets energie geeft of kost. Doe geen beloftes meer als de inspanning groter is dan wat het jou opbrengt. - Ontwikkel meer zelfbewustzijn
Loopbaanbegeleiding is een laagdrempelige manier om aan dit zelfbewustzijn te werken door op zoek te gaan naar het antwoord op vragen zoals ‘wie ben ik en wie wil ik zijn?’, ‘wat vind ik belangrijk?’, ‘wat geeft me energie?’ … - Ontwikkel meer lichaamsbewustzijn
Wees je bewust van je lichaam – door sport, massages … - En vooral: wees mild voor jezelf!
Patronen die zich 40 jaren hebben kunnen inslijten, verdwijnen meestal niet op 1-2-3 …
Leestip:
Zelf had ik veel aan het boek ‘Het drama van het begaafde kind’ van Alice Miller.
En jij? Waar gooi jij je anker uit?
Wil jij leren opnieuw jezelf centraal te stellen en opnieuw meer zelbewustzijn te ontwikkelen?
Ben je op zoek naar het antwoord op vragen zoals ‘wie ben ik?’ ‘wie wil ik zijn?’, ‘wat vind ik belangrijk?’, ‘wat geeft me energie?’, ‘welke beroepen passen er bij mijn persoonlijkheid?’ …